5 beginnersfouten die je niet wil maken als prille leidinggevende
- Rubriek
- Artikel
- Datum
- 19 oktober 2021
- 4 minuten leestijd
Weinig mensen hebben het leidinggeven van nature in zich. Het is een vak en dat moet je je eigen maken. De switch van professional naar leidinggevende gaat dan ook niet over één nacht ijs.
Om een vliegende start te maken, lees je hier de meest voorkomende beginnersfouten in het leiderschap.
#1 In de expertmodus blijven hangen
Misschien is het leidinggeven toevallig op je pad gekomen, maar het kan ook zo zijn dat je er al jaren voor knokt. Je bent als professional waarschijnlijk gekozen door je leidinggevende, omdat je goed bent in je vak. Dat werkt in je voordeel, maar pas op dat je niet in de expertmodus blijft hangen.
Het is niet vanzelfsprekend dat je alle wijsheid bezit en dit moet je ook niet willen. Ieder persoon is uniek en elk van jouw medewerkers heeft eigen wensen, behoeften en kwaliteiten. Het is verstandig om gebruik te maken van de LSD-methode: luisteren, samenvatten en doorvragen. De kracht van doorvragen wordt in de wereld van leiderschap nog veelal onderschat, omdat leidinggevenden vaak zelf zaken invullen. Trap niet in die valkuil, maar accepteer dat mensen anderen drijfveren hebben dan jij; er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.
Heeft een werknemer te maken met een akelige privésituatie? Start dat niet met ‘ach, wat vervelend voor je’, want dat is al jaren niet meer relevant in de wereld van leiderschap. Toon empathie en sluit aan bij de behoeften door als volgt te reageren: ‘ik weet even niet wat ik moet zeggen.’ Stop met meehuilen en start met meeveren en motiveren.
#2 Geen keuzes durven maken
Herken je dit ook? Managers en leidinggevenden die starten als meewerkend voorman, coördinator of plaatsvervanger. Het oude takenpakket blijft deels bestaan, terwijl overdag de wensen van je medewerkers centraal staan. Hierdoor bestaat de neiging om ‘s avonds nog ‘even’ in alle rust de to-do-lijst af te vinken.
Maar die medewerkers houden je overdag niet voor niets bezig; dit is immers je nieuwe baan! Werken aan je leiderschap skills betekent ook leren delegeren, dus weg met die oude taken. Maak inzichtelijk welke taken bij jouw nieuwe functie horen en schrap je voormalige taken. Draag de taken over aan je werknemer(s) en neem ze onder geen enkel beding weer terug. Je kunt begeleiden en controleren, maar overnemen hoort er niet bij. Je kunt beter veertig uren werken aan alle belangrijke zaken, dan zestig tot tachtig uren aan alles wat er ook nog bij komt kijken.
#3 De allemansvriend zijn
Als manager heb je niet dezelfde rang als jouw collega’s. Vrienden maken (en houden) op de afdeling is prima, maar te sterke persoonlijke banden maken werkgerelateerde zaken moeilijker. Als je altijd maar de vriend bent, dan kun je het gezag niet op je nemen. Bovendien zul je als manager soms moeilijke keuzes moeten maken, waardoor je niet altijd even populair bent. Dit moet je in het leiderschap leren accepteren.
Zorg goed voor je werknemers, blijf persoonlijk, maar bewaar ook een zekere afstand. Ga bijvoorbeeld niet altijd mee lunchen. Jouw werknemers verdienen ook tijd om tot zichzelf te komen en onderling zaken te bespreken, zonder het luisterend oor van de leidinggevende.
#4 Altijd perfect willen zijn
Je voelt je vereerd dat je als uitblinker de kar mag trekken. Dit zorgt soms wel voor extra druk op de ketel. Leiders die perfectionistisch zijn lopen meer risico’s op overbelasting, en burn-outs, doordat ze zichzelf overwerken. Ook fouten maken valt bij deze perfecte managers erg zwaar. Je kunt je medewerkers het gevoel geven dat ze niet goed genoeg zijn, waardoor je de verbinding verliest. Het perfectionisme heeft niet alleen zijn weerslag op jou als leider, maar ook op je team.
Stel centraal dat fouten maken altijd mag. We maken ze allemaal, waarvan we ook weer leren. Niemand maakt opzettelijk fouten. Wees een motiverende leider, die het in zich heeft om het team te doen groeien.
#5 Jezelf niet ontwikkelen
Dat je nu een manager bent, wil niet zeggen dat je alle wijsheid in pacht hebt. Ook jij moet gewoon blijven ontwikkelen en doorgroeien. Waar vroeger leiderschap vanuit de psychologische benadering werd uitgevoerd, handelt de moderne leider met name vanuit zelfreflectie en empathie.
Juist hierom is het essentieel dat jij als leidinggevende goed in je vel zit, voordat je anderen kunt leiden. Je zou kunnen zeggen dat je eerst jouw binnenwereld moet kunnen leiden, voordat je er voor de buitenwereld kunt zijn. Ontwikkel jouw kernkwaliteiten en wees zeker van jezelf. Handel proactief, wees open en onbevooroordeeld, zodat je iedere situatie en werknemer op de juiste manier benadert.
Vragen als ‘wat heb je daarvoor nodig?’ of ‘wat heb je nodig van mij?’ zijn ontzettend achterhaald. Deze tijd is aan veranderingen onderhevig en jouw leiderschap dient hierin mee te ontwikkelen. Als leidinggevende bied je de helpende hand, maar het is aan de werknemer om aan te geven hoe je kunt bijdragen. Dit kun je doen door gerichte vragen stellen, zoals: ‘Hoe kan ik als leider voor jou een rol innemen?’ of ‘Hoe kan ik jou in deze situatie faciliteren?’ Als jij die eerste stap richting je werknemers niet zet, hoe kun je dan verwachten dat ze die stap naar jou wél zetten?
Leidinggeven kun je leren
Als beginnend leidinggevende loop je tegen veel vragen aan. Hoe kun je medewerkers optimaal aansturen en aanspreken? Wat is de beste aanpak in welke situatie? Wat verwacht het team en het management van jou?
Deze vragen, en meer, komen aan bod in de training ‘Beginnen met leidinggeven.’ Je ontwikkelt alle vaardigheden, die je voor het leiderschap moet bezitten. Je leert hiermee steviger in je schoenen te staan.