Cognitieve psychologie
Het brein is verantwoordelijk voor ons gedrag. Functioneert het altijd hetzelfde of verschilt het per situatie? Je leert meer over het menselijk brein en krijgt inzicht in hoe ratio, emoties en gedrag met elkaar verbonden zijn. Ook maak je kennis met de psychologische processen binnen organisaties.
Ontwikkelingspsychologie
Hoe ontwikkelen mensen zich? Welke mentale en sociale processen spelen hierbij een rol? Deze en hieraan gerelateerde vragen staan centraal in de collegedag over ontwikkelingspsychologie. Na afloop weet je hoe mensen omgaan met organisatieverandering en heb je handvatten om deze veranderingen zo goed mogelijk te sturen.
Klinische psychologie
Hoe ontstaan psychische stoornissen? En hoe kunnen ze worden verholpen of voorkomen? Deze collegedag staat geheel in het teken van arbeidsgerelateerde psychische stoornissen, het herkennen van deze stoornissen en hoe je daarmee kunt omgaan.
Sociale psychologie
In dit college staan verschillende sociaal-psychologische processen binnen organisaties centraal. Je maakt onder meer kennis met verklaringen voor sociaal denken, voelen en gedragen, en de principes die ten grondslag liggen aan waarneming. Ook leer je hoe mensen elkaar beïnvloeden.
Persoonlijkheidsleer
Deze collegedag maak je kennis met de verscheidenheid aan persoonlijkheidstheorieën, waaronder een biologische, een leertheoretische, een cognitieve/mentale en een psychoanalytische. Binnen Persoonlijkheidsleer gaat het om herkennen van eigenschappen die richting geven aan het gedrag en om gedrag te kunnen voorspellen.
Arbeids- en organisatiepsychologie
Welke betekenis geven mensen aan werk? Hoe kunnen we de arbeidscontext van mensen op de juiste wijze beïnvloeden? Tijdens deze collegedag leer je meer over de mens-werkrelatie en de manier waarop je deze relatie kunt beïnvloeden.
Integratie en vertaling naar de arbeidscontext
In de laatste bijeenkomst staat de integratie van het geleerde centraal. Welke kennis van de psychologische richtingen herkent je in de eigen arbeidscontext? En welke invloed heeft dit voor jouw wijze van interveniëren met betrekking tot ontwikkeling en gedragsverandering in organisaties?