Opleiding Mentorschap
Zet je rol als mentor steviger neer. En help je collega écht verder in z'n functie!
SUAS
Van Heemstraweg West 5
5301 PA Zaltbommel
0418 688 666
info@suas.nl
Wil je graag een belangrijke bijdrage leveren in de ontwikkeling en het leerproces van je collega's? Ga dan aan de slag als mentor. Op deze pagina lees je allerlei handvatten die in jouw rol als mentor tijdens het gehele traject van belang zijn.
Als mentor heb je een belangrijke rol in het leerproces van je collega. De mentorrol komt voort uit onze visie op leren, waarbij we onderscheid maken tussen informeel leren en formeel leren:
Je bent al vanaf je geboorte bezig met informeel leren. Denk aan de momenten dat je een blokkenhuis bouwde. Informeel leren gaat over het al doende leren in de praktijk. Bijvoorbeeld doordat je kennis en ervaring uitwisselt met collega's, zelf feedback vraagt of een uitdagende nieuwe klus oppakt. In deze context betekent informeel leren dat de medewerker niet bewust de intentie heeft om te leren, er ontbreekt een gedefinieerd leerdoel.
Anders dan informeel leren, draait het bij formeel leren om de gestructureerde en systematische vorm van leren. Je leert binnen een omgeving die ontworpen is om te leren. Het doel is het behalen van een erkenning, certificaat of diploma.
Wij zijn van mening dat informeel leren en formeel leren elkaar kunnen versterken. Dit vergroot het rendement van het informeel leren en versterkt organisaties. Dit doen we door formeel en informeel samen te brengen in geïntegreerd leren.
Sterker dan bij het klassieke leren is geïntegreerd leren afgestemd op het individu en de vragen die bij hem rijzen in zijn werk. Maar wel altijd met de organisatiedoelstellingen als uitgangspunt. De kracht van geïntegreerd leren is vooral de continuïteit van het leerproces in de eigen werkomgeving. Dit doen we door:
Als je een training volgt, wil je daar het resultaat van ervaren en terugzien op je werkplek. Onderzoeken over de vertaling van leren naar de werkplek tonen het grote effect van ondersteuning in de werkomgeving door de leidinggevende en de collega’s (bron: Learning Transfer System Inventory). Jouw rol is dus belangrijk bij het daadwerkelijk verbeteren van de prestaties van je collega. Dit doe je door de leerdoelen met jouw collega te bespreken, feedback te geven, te stimuleren tot oefenen en jouw hulp aan te bieden als het even niet lekker gaat.
De belangrijkste persoon in het leerproces is de lerende zelf. Je collega is daardoor zelf in de lead tijdens het leren. Natuurlijk geven we wel die handreikingen aan je collega om deze rol te pakken. Je collega zal dus het initiatief nemen om de gesprekken met jou te plannen en te voeren. Er kunnen echter altijd redenen zijn waarom je collega (nog) niet het initiatief neemt. Wacht zo’n moment niet af en vraag ernaar.
De deelnemer formuleert persoonlijke doelstellingen. Help hem/haar om dit zo concreet mogelijk te krijgen: wat doet je collega anders/beter na deze training? Het verbeteren van de prestaties op de werkplek vraagt om de mogelijkheid om de nieuwe kennis en vaardigheden in te zetten. Dit kan bijvoorbeeld in een vergadering, door het geven van een presentatie, het draaien van een project of door het voeren van een gesprek met een collega. Feit is dat er meer oefensituaties zijn dan dat we ons bewust zijn.
Afhankelijk van de duur van het begeleidingstraject vragen we van de mentor minimaal een uur begeleidingstijd per twee weken. Het duurt ongeveer 40 dagen om nieuwe kennis en vaardigheden echt in te laten slijten. Het is dus belangrijk om in die periode de nieuw opgedane kennis en vaardigheden te herhalen. Een simpele vraag als 'Wat heb je in de bijeenkomst geleerd en hoe pas je dat nu toe?' helpt al om de kennis en vaardigheden te verstevigen.
Ook na de training vervul jij nog een rol in de ontwikkeling van jouw collega. Samen kijk je naar de mogelijkheden om de geleerde vaardigheden te blijven toepassen op de werkvloer. Een enthousiaste en inspirerende houding kan daarbij al volstaan.
Tijdens het leertraject heb je met je collega afspraken gemaakt over de vervolgstappen. Natuurlijk kan je naast deze afspraken ook nog een aantal handreikingen doen om het leerrendement te verhogen:
Vraag af en toe aan je collega hoe het met de geleerde vaardigheden gaat. Dit helpt om het geleerde te borgen. Dit kan persoonlijk in de wandelgang maar uiteraard ook per e-mail. Help jezelf door de reminders in je agenda tot ongeveer een half jaar na de training.
Ook na de training blijft je collega van je leren. Blijf je daarom bewust van je voorbeeldrol richting je collega.
Soms doet zich een situatie voor die perfect is voor je collega om zich op door te ontwikkelen. Wees hier alert op en geef een extra zetje in de rug om de situatie met beide handen aan te grijpen.
Na iedere bijeenkomst plant jouw collega een afspraak met jou in. Samen blikken jullie terug op de afgelopen week waarin jouw collega met vaardigheden heeft geoefend. Wat gaat goed en wat kan beter?
Afhankelijk van de duur van het traject vragen we van de mentor minimaal 1 uur per 2 weken tijd voor de begeleiding. Veel succes met je mentorschap!
Zet je rol als mentor steviger neer. En help je collega écht verder in z'n functie!
Wil je je collega's écht in beweging krijgen? Stap uit de rol van mentor en in de rol van coach!